Voor zingen bestaat er geen lesmethode die voor iedereen werkt. Elk lichaam is anders, elke persoon is anders. Je kunt er niet vanuit gaan dat ‘als je het zo doet’ het dan goed is. Ik ben altijd op zoek naar wat werkt voor jou. Ik probeer af te tasten wat aanslaat bij iemand. Wat prettig voelt en van waaruit iemand zich verder kan ontwikkelen. Mensen een ontwikkeling zien doormaken vind ik het mooie aan zangles geven.
De les beginnen we altijd met het opwarmen van het lichaam, de spieren en de stem. Bij klassiek gaan we daarna verder met Vaccai, om de overgang van de oefeningen naar repertoire soepel te laten verlopen. We gaan onder andere bezig met ademhalingstechniek, klankvorming en dictie. Vervolgens gaan we verder met muziek die jij wilt zingen, daarbij werken we aan expressie, presentatie en beleving. Vooral bij popmuziek is emotie en beleving ontzettend belangrijk maar wel in samenspraak met techniek zodat de stembanden niet geforceerd worden.
We eindigen de les altijd met een lied dat je goed kent, gewoon om even lekker te zingen.
Pop of klassiek, de zangtechniek is in de basis voor iedereen hetzelfde. Het zijn spieren die je moet trainen. Iedereen is gebaat bij de techniek, om lang en veilig te kunnen blijven zingen.